Wanneer een organisatie een wat groter project wil gaan uitvoeren, staat zij vaak voor de uitdaging om een goede inschatting van de financiële impact en de risico’s daarop te bepalen.
Stap I: kwalitatieve risicobeoordeling
Normaal gesproken start een project- of risicomanager met een kwalitatieve risicobeoordeling. Hierbij wordt aan insiders gevraagd om een inschatting te geven van de kans en impact van potentiële risico’s (bv. op een schaal van 1 tot 5, of erg laag tot zeer hoog).
Hoewel een dergelijke beoordeling erg nuttig is als eerste indicatie om de belangrijkste risico’s naar boven te halen, is vaak niet duidelijk hoe betrouwbaar een dergelijke schatting is.
Het is dan ook niet vreemd dat we in het nieuws vaak lezen over projecten met forse budgetoverschrijdingen, waarbij de verwachtingen niet zijn waargemaakt. Redenen voor deze overschrijdingen kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van een veranderende macro-economische of zakelijke omgeving, of van veranderende eisen. Wat de reden ook is, het betekent dat niet goed, of onvoldoende, rekening werd gehouden met de werkelijke risicofactoren. Uiteindelijk leidt dit ertoe dat doelstellingen slechts gedeeltelijk kunnen worden gerealiseerd en/of dat er kostenbesparingen in andere delen van de organisatie nodig zijn om de tekorten aan te vullen. Wanneer het om publieke projecten gaat kan het soms ook tot belastingverhogingen leiden.
Eindverantwoordelijken willen graag groter missers vermijden. Daarom zijn zij vaak geïnteresseerd in methoden die tot een realistischer inschatting van het financiële risico leiden. Dit impliceert een evenwichtige beoordeling van het risico, waarbij zowel een substantiële onder- als overschatting van het risico wordt vermeden.
Hoe helpt een kwantitatieve risicobeoordeling ons om dit doel te bereiken?
Stap II: Kwantitatieve risicobeoordeling
We bekijken de business case van een openbaar openluchtzwembad en laten daarbij zien hoe wij tot een objectievere inschatting van de financiële risico’s komen.
Ons werd gevraagd om een externe beoordeling te geven op de prognoses en risico’s in zowel de investering als de exploitatie-begroting na opening van het zwembad.

Om de risico’s te berekenen:
- Identificeren we de belangrijkste onderliggende risicofactoren
- Verzamelen we geschikte historische en benchmark data
- Berekenen we een mediaan (verwacht) en negatief scenario (VaR 90%)
Risicofactoren
In lijn met andere projecten (zie bijvoorbeeld het grondexploitatie project) groeperen we de onderliggende risicofactoren in bredere opbrengsten/kostencategorieën.
Zo identificeren we bijvoorbeeld voor de inkomstenkant van het operationele budget de bezoekersaantallen, toegangsprijs en het weer als belangrijke risicofactoren. Aan de kostenkant zien we dat kapitaalkosten, personeelslasten, energie, en onderhoudskosten belangrijke risicofactoren zijn.
Verder hebben de investeringskosten een disproportioneel effect op de totale uitgaven, met een aanzienlijke impact op zowel de bouw- als de financieringskosten (zie diagram 1).

Data verzamelen
Om voor elk van de onderliggende risicofactoren een goede risico-inschatting te verkrijgen, maken wij gebruik van een combinatie van historische data en eventuele jaarverslagen.
Zo verzamelen we bijvoorbeeld voor de risico’s op toegangsprijzen en de bouwkosten data van het CBS via inflatie-indices op vrijetijdsbestedingen en bouwkosten.
Geschiktheid
Het bepalen van statistieken uit direct beschikbare openbare datasets kan echter een aantal uitdagingen met zich meebrengen. Men moet zich steeds afvragen in hoeverre de gegevens geschikt zijn voor het specifieke gebruiksscenario dat voorhanden is.
Het gerapporteerde gemiddelde aantal bezoekers voor een specifieke zwembadgrootte in heel Nederland is mogelijk niet geschikt als er geen rekening wordt gehouden met de regionale bijzonderheden of de verschillen in de bevolkingsdichtheid in het gebied. Soms is het daarom nodig om de geschiktheid van data te toetsten. Ook kunnen extra meerkosten relevant zijn als het project zich nog in een conceptfase bevindt.
Voor de berekening van de rentestressscenario’s gebruiken we het standaard Solvency II-model voor de verzekeringssector (voor een gedetailleerde bespreking zie de artikelen over het renterisico raamwerk en de validatie van het Solvency II-rentemodel)
Berekenen van negatief scenario
Na het verkrijgen van statistische gegevens op geschikte data van de verschillende risicofactoren op zowel de opbrengsten als de kosten kunnen wij het totale exploitatieresultaat (opbrengsten – kosten) berekenen, zowel in het geprojecteerde, het verwachte als in het negatieve scenario. Voor het negatieve scenario hanteren we een zekerheidsniveau van 90%, wat betekent dat er een kans van 10% is dat de resultaten slechter kunnen uitvallen dan de schatting van het negatieve scenario.
Aangezien risico’s op de verschillende risicofactoren niet altijd op hetzelfde moment plaatsvinden, berekenen we ook de correlatie-effecten tussen de risicofactoren. Deze effecten leiden tot reductie van het totaalrisico.
Voordelen van een kwantitatieve risicobeoordeling
Het hebben van een dergelijke objectieve statistische inschatting van de risico’s helpt enorm bij het besluitvormingsproces.
In het geval van het openluchtzwembad werd onze risicoanalyse verstrekt als aanvullend materiaal aan de besluitvormers van de gemeente. Hierdoor werd duidelijkheid gegeven over de bandbreedte van onzekerheden rondom de financiële impact van de initiële business case. Het maakt immers een groot verschil of het project in een negatief scenario bijvoorbeeld 30%, 100% of 200% duurder zou kunnen worden.
De risico-inschattingen bleken te liggen binnen de bandbreedte die de gemeente kon dragen, twijfels over de financiële haalbaarheid van het project konden worden weggenomen en het werd makkelijker om groen licht te geven om naar de volgende fase van het project te gaan.